Ga naar de inhoud

Blog “Tour de Frats” Medisch Contact augustus 2018

Originele lokatie: https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/tour-de-frats.htm

Naar aanleiding van dit blog is er een Nieuwsuur-item gemaakt, zie https://www.barttimmers.nl/?page_id=1125

blog

Tour de frats

6 reacties

Ik heb ’t gehaald. Het eind van de week. Met een weekenddienst, een avonddienst, vijf lange praktijkdagen, en 24/7-beschikbaarheid voor terminale zorg, kan ik een zekere vermoeidheid niet ontkennen. Maar er moet nog een blog uit. Een blog over hoe ik me ontzettend genaaid, genomen, gepiepeld, voor schut gezet, in de steek gelaten, voor jan-met-de-korte-achternaam gehouden, als gekke gerritje beschouwd en gesaboteerd voel. Door zorgverzekeraars en VWS. Ja, als je moe bent wil het er weleens wat ongeremd uitkomen. Maar ik meen dit echt.

Topsport

Ik beschouw mijn dagelijkse werk als topsport. Het gaat over kwetsbare mensen en dan wil je dat wat je levert, 100 procent in orde is. En dus zet je regelmatig nog eens een tandje bij. Investeer je in jezelf, je personeel, je praktijk. Net als bij topsport train je, verlang je iedere dag het beste, en ga je tot het gaatje. En baal je als er toch iets niet goed gaat, maar ben je gelukkig veel vaker trots als je je doel wél haalt. Toen een collega plots ziek werd en er onvoldoende waarnemers bleken te zijn, hebben we dat opgelost, met kunst- en vliegwerk en met een stuk roofbouw op onszelf. Want opgeven? Dat staat niet in ons woordenboek.

Maar als ik in die vergelijking met topsport blijf, voel ik me nu als iemand die verplicht wordt de Tour de France te rijden. Op een tweedehands B-merkfiets met een lekke band. Die er misschien morgen niet is. Maar dan is er gelukkig nog wel een roestige driewieler. Misschien dan hè? Of een bakfiets, maar we weten niet zeker of de remmen ’t wel doen. Maar mogelijk is die er ook niet meer. En dan mag ik bedenken waar ik dan mee rijd. Want er wordt wel verwacht dat ik die etappe ga winnen! Dus. Bedenk iets. Zoek. Het. Maar. Uit.

Bananenrepubliek

Iedere dokter weet nu waar ik het over heb. Het preferentiebeleid. Het inmiddels volledig verziekte medicijnbeleid in Nederland. De bananenrepubliek die we zijn geworden waar het medicijnen betreft. De uitgeknepen citroen die is overgebleven nadat medicijnen goedkoper moesten worden dan het zoetje in uw koffie. Als ik na vele telefoontjes de verantwoordelijke apotheker bij een zorgverzekeraar hierover spreek, zegt die doodleuk: ‘Ach, we horen er weinig klachten over.’ Nee, beste bureauridder, die klachten worden opgelost op de werkvloer, bij de apotheker en in de spreekkamer van de huisarts, die hier allemaal helemaal knettergek van worden! Nou ja, opgelost, de kafkaiaanse gesprekken over dit probleem zijn net zo absurd als dat ze blijk geven van onoplosbaarheid.

Heel veel medicijnen zijn inmiddels zo goedkoop geworden dat fabrikanten doodleuk melden dat ze niet meer leverbaar zijn. Medicijnen uit alle uithoeken van de wereld worden geïmporteerd, met onleesbare doosjes, onuitspreekbare namen en af en toe een kankerverwekkend foutje bij de productie. Maar wél lekker goedkoop! Tien jaar geleden was ik nog gemotiveerd om generiek (op stofnaam) voor te schrijven, en legde ik ook nog wel uit dat het echt hetzelfde middel was. Nu geloof ik er zelf niet meer in. Wat moet ik tegen de persoon zeggen die toch écht bijwerkingen ervaart van het zoveelste veranderde pilletje? ‘Dat kan niet’? ‘U beeldt u dat in’? Of vooral: ‘Zoek ’t maar uit?’ Want eigenlijk moet ik dat zeggen van de mensen achter een bureau…

Vandaag niet

Ik kan hier niet meer tegen. Twaalf uur werken op een dag is niet erg, als je daardoor betere zorg levert. Als je merkt dat twee uur daarvan weggegooid zijn aan stomme uitleg over niks, aan overleg met apothekers over wat dán te geven als essentiële medicijnen niet leverbaar blijken, aan angstige patiënten die weer eens met een medicijnschandaal te maken hebben. Dan zijn dat twee hele frustrerende uren. Als je je kapot werkt om 24/7 zorg te kunnen leveren, terwijl medicijnfabrikanten doodleuk kunnen zeggen: ‘Vandaag geen pillen.’ Waarom zou ik me dan eigenlijk nog zo kapot werken? ‘Vandaag geen dokter’?

Ik hou van een knipoog om van me af te schrijven, zoals in eerdere blogs als ‘Steeplechase’ en ‘De generieke preferente piloot’. Maar die humor is steeds moeilijker op te brengen. We worden echt een knollenland op medicatiegebied.

Zorgverzekeraars, VWS: mede namens onze patiënten, luister eens naar ons. Neem je verantwoordelijkheid. Verander dat preferentiebeleid. Stop deze verdomde afbraak. We winnen die Tour de France wel, met het hele peloton. Maar dan wel met goed materiaal!