O ja joh? Achterdochtige overwegingen van een progressieve conservatief (Column voor Medicijnbalans, van instituut verantwoord medicijngebruik, 31 mei 2016)
Laatste update op 31 mei 2016 om 15u02
In mijn eerste jaren als huisarts vond ik het erg belangrijk om nieuwe middelen voor te schrijven. Als er nieuwe informatie beschikbaar kwam was de gedachte al snel: hier kunnen mijn patiënten van profiteren, dit wil ik ze geven. Nieuwe middelen zaten best snel in de pen. Ik las alles wat los en vast zat over die middelen, maar ontving ook artsenbezoekers die met hun informatie langskwamen. Hoe meer informatie, hoe beter was de gedachte.
Gek op nieuwe zaken ben ik nog steeds. Of het nu ontwikkelingen in de geneeskunde zijn, technische snufjes, muziek, apps, al dan niet medische gadgets, nieuwe medische apparatuur, eHealth, films of boeken: als er iets nieuws is wil ik het weten en is de gedachte al snel: wat zou ik er mee kunnen? En toch ben ik voor nieuwe medicijnen een heel stuk conservatiever geworden.
Toen ik voor het eerst geconfronteerd werd met medicijnen die van de markt werden gehaald, was ik geschokt. Dit waren middelen waar ik veel van verwachtte, die goede ‘papieren’ hadden, waarvan ik hoopte dat ik meer patienten sneller en beter zou kunnen laten genezen. Niks daarvan. Hartfalen, osteoporose, leverschade, plotse hartdood. Dat waren de onverwachte bijwerkingen. En ik had wat uit te leggen aan de mensen die dat middel plots niet meer konden krijgen. Had ik niet goed opgelet? En die studies dan, die ik gelezen had? Die logen er toch niet om?
Inmiddels is de tijd die ik achter me heb liggen als huisarts waarschijnlijk langer dan de tijd die ik beroepshalve nog te gaan heb. En is mijn houding heel anders geworden. Over nieuwe middelen lees ik nog steeds met enig enthousiasme en vol verwachting. Maar de gedachte die er bij is gekomen is die van ‘eerst zien, dan geloven’. Waarmee ik bedoel: laten we eerst maar eens heel voorzichtig kijken of het middel waar maakt wat het belooft. Laten we ook maar eens zien of het middel op langere termijn ook veilig is en blijft. Ik ben een beetje achterdochtig geworden. Ik ben ook bescheidener geworden. Ik weet méér dan vroeger en een van de dingen die ik weet is dat ik veel mínder weet dan ik dacht dat ik wist. (Ja, lees die zin nog maar eens over). Ik heb ook niet meer de illusie dat ik zélf al die studies goed uit kan pluizen. Ik vaar op andere knappe koppen, die onze NHG-standaarden bij elkaar denken. Of die studies uitpluizen en daarover schrijven in het Geneesmiddelenbulletin, of het Farmacotherapeutisch Kompas. Ik ben een progressieve conservatief geworden: nieuwsgierig naar wat er is en komen gaat. Maar ik weet wat we hebben en vertrouw nog lange tijd op dat wat bewezen werkzaam en relatief veilig is. Knappe jongen die daar nog iets aan kan veranderen.
Wel fijn dat die knappe jongens (en meisjes) er gelukkig nog met enige regelmaat blijken te zijn. Want uiteindelijk wil natuurlijk ook deze conservatief vooruit!
Bart Timmers is huisarts en huisarts-opleider te ‘s-Heerenberg
Columns op MedicijnBalans worden geschreven op persoonlijke titel van de auteurs. MedicijnBalans heeft geen invloed op de inhoud. Uiteraard staat het eenieder vrij om de columns te bediscussiëren.