Reflectleren
Nee, da’s geen typefoutje. Het woord schoot me te binnen toen ik met mijn honden wandelend nadacht over waar het met de praktijk heen zou moeten. Wat nodig is: zowel reflecteren (wat is er allemaal gebeurd) maar ook leren (wat werkte wel, of niet).
Als het over reflecteren gaat: wat gaaf eigenlijk dat je als huisarts zélf mag nadenken over waar het met de praktijk heen moet. Dat niet iemand anders je dat dicteert. Het geeft soms hobbels, hoofdbrekens en uitdagingen. Maar het zijn wel je éigen hobbels, hoofdbrekens en uitdagingen! Jij prioriteert zelf. Jij voelt waar ’t schuurt en beslist óf, en wát er moet veranderen.
Het leren zit ‘m onder andere in wat je van je collega’s en aiossen terugkrijgt. Die vaak met frisse blik binnenstromen. Die eigen verwachtingen en wensen hebben. Wensen waarvan je soms in eerste instantie denkt: ‘Nee, dat kan niet’. En dan in tweede instantie merkt dat het wel kan en vaak ook nog wel logisch is.
Reflectleren is de combinatie van de twee. Waarbij je de input van wat je van je collega’s hoort, combineert met je eigen gedachten, verwachtingen, vooronderstellingen. En daarbij kritisch denkt: past wat ik altijd gedacht heb nog wel bij hoe we er nu voor staan? Moet ik mijn ideeën bijstellen?
Die ideeën krijgen deels al een soort natuurlijke, continue bijstelling door wat je ervaart, bijleert, ziet. En soms gaat het schoksgewijs. Een voorbeeld was mijn vroege overtuiging dat de beste huisarts toch wel fulltime werkt. Tot ik zag dat anderen dat eigenlijk prima met z’n tweeën vorm konden geven. En ik zelf inmiddels ook een prima samenwerking heb met mijn vaste collega.
Een van de uitdagingen die we allemaal bemerken is dat er steeds minder personeel beschikbaar is voor steeds meer werk. Een mooi voorbeeld van iets wat uitnodigt om te reflectleren. We zien dat het gebeurt. We zien ook meer huisartsen die met hart en ziel hun werk willen doen, maar wel binnen begrensde tijd (en dat betekent vaak zonder de rompslomp van het praktijkhouderschap, met zijn minnen maar zeker ook zijn plussen). Ze dwingen ons om na te denken over wat we willen behouden in de huisartsenzorg. Dat werken met hart en ziel, dat zie ik gelukkig nog vaak genoeg. Continuïteit is te bereiken door zowel goede overdracht als goede dossiervoering (bij dat laatste valt technisch gezien nog wel het een en ander te verbeteren). Verantwoordelijkheid is ook nog wel een belangrijke, je vast willen bijten in complexere casuïstiek. Maar misschien lukt dat juist beter als we het werk meer als teamwerk zien. Waarbij ik het wel belangrijk vind dat één iemand zich persoonlijk verantwoordelijk voelt.
Er valt nog veel meer over te zeggen. Maar het helpt mij weer vooruit en daagt me uit als ik me realiseer: juist die combinatie van terug kunnen kijken en samen met anderen vooruitkijken, maakt mogelijk wat we heel hard nodig hebben in dit vak: reflectleren.