The Musical Box, De Vereeniging Nijmegen, 25 februari 2012
Thuisgekomen probeer ik uit te leggen aan Irene waarom ik, als over het algemeen kritische concertganger op zoek naar vernieuwing, nu voor de 5e keer naar the Musical Box ben geweest. Zoals ik volgende week aan mijn muziekvriendjes weer uit moet leggen waarom ik bijna 6 tientjes neerleg voor “een coverbandje die de oude Genesis doet”.
Jongens. Kijk, het zit zo:
Muziek, daar moet je door gepakt worden. Daar moet je door opgenomen worden, muziek moet je meevoeren, overspoelen, overdonderen, ontroeren, door elkaar slingeren, mee op reis nemen, verbazen, intrigeren. Daar moet je een metertje van boven de grond gaan zweven. Daar moet je van geloven dat je de Eiffeltoren na kunt maken, eigenlijk best wel kunt vliegen, de honderd meter in 4 seconden kunt lopen en de Nobelprijs voor de geneeskunde in 2014 best kunt winnen.
Voor dat gevoel, ga ik voor de 5e keer naar the Musical Box. Want the Musical Box is niet “een coverbandje die de oude Genesis doet”, the Musical Box IS de oude Genesis. Althans, ík geloof het. Want ik was er destijds net te jong voor om het mee te maken. We hebben het hier over de Genesis met Peter Gabriel nog als frontman. Ik was gek op hun platen, maar nog te jong voor hun concerten. En tegen de tijd dat ik er wel naar toe ging waren ze al bezig met een neerwaartse beweging. Genesis deel 2. Niet meer interessant wat mij betreft.
Wat TMB neerzet komt authentiek over. En dan bedoel ik dat álles authentiek over komt. De muzikanten, het instrumentarium, belichting, decorstukken, geluid, maar ook details als bewegingen, houding, stemgeluid. En uiteraard de bizarre verkleedpartijen van Peter Gabriel inclusief zijn vreemde, houterige aankondigingen. Als namaak zo authentiek over kan komen zodat je er volledig in gelooft, dan mag het van mij namaak zijn. Dan hou ik mezelf graag even een avond voor de gek. En dan geniet ik van de 1e pianotonen van “The Lamb lies down on broadway” tot de laatste symfonische uithalen van “It”, me ondertussen onderdompelend in de af en toe kamerbrede symfonische klanken, me verbazend over de complexe ritmiek (17/39emaatstructuren, wie houdt er niet van?), mijn ogen uitkijkend naar de mooi ondersteunende dia’s op de achtergrond. Alles voelt alsof je aanwezig bent in de kraamkamer van de symfonische rock. Zeker als nog afgesloten wordt met symfo-mastodonten the Musical Box en Watcher of the skies.
Dit soort concerten zijn heel anders dan concerten van bestaande, moderne artiesten. In dit geval kijk je naar een show. Je weet wat je gaat krijgen. Geen verrassingen. Behalve iedere keer weer die verrassing: Ik kan eigenlijk best wel vliegen.
Volgende keer ga ik weer.