Pinkpop, Landgraaf, 4 juni 2006
De verlokking van Tool en dEUS was sterker dan de dreiging van de slechte weersomstandigheden van de laatste weken, maar gelukkig hadden zelfs de weergoden medelijden met Pinkpoppers, want het was heerlijk weer! Die tweede Pinkpopdag, op zondag 4 juni, de dag dat Martijn en ik besloten hadden om Pinkpop te bezoeken. Een uitverkocht Pinkpop dit jaar, na het debâcle van vorig jaar.
Zoals gezegd, wij hadden voor de zondag gekozen, deels uit praktische overwegingen, maar toch vooral om nog eens Tool live te zien. En het noemen van de naam maakt het verklappen van het hoogtepunt bijna onmogelijk. Juist: Tool! Alle vrees dat ze op een festival hun muziek niet tot hun recht zouden kunnen laten komen was onterecht, want alles klonk fantastisch strak. Begeleid door een schitterende video-wall waarop fragmenten van hun oude, vaak huiveringwekkende clips de minstens even huiveringwekkende snoeiharde “metal die toch geen metal is” ondersteunden, klonk het viertal overdonderend goed. Onvoorstelbaar dat 1 drumkit, 1 bas en 1 gitaar zoveel akoestisch geweld kunnen produceren. We spreken natuurlijk wel over de top van heavy muziekland en dat was aan alles te horen. Goede sound, ongelooflijk strakke timing, geweldige instrumentbeheersing. Dit keer kon er bij James Maynard Keenan wel af en toe een sprankje contact met het publiek van af, hij toonde zelfs wat humor. Zij het dan van de cynische, bijtende soort “that’s the way we do that in Texas” bijvoorbeeld na het erg lange en moeilijke, gewaagde openingsnummer. Met het luidkeels door het publiek herkende “Stinkfist” denderde de Tool-kit verder over het Pinkpop-terrein. Om pas te eindigen bij de opener van hun nieuwe “10.000 days”, “Vicarious”. Na een dag zon en muziek bleef het publiek lamgeslagen achter, wat een orkaan, maar wat een fantastisch goede orkaan.
Wat daar aan vooraf gegaan was? 12 andere bands. Die we niet allemaal konden zien op de drie podia, maar wel een flink stuk er van.
Binnen kwamen we op de flink rockende klanken van het Deense Kashmir. Uitstekende festivalmuziek, zeker niet slecht maar ook weer niet heel bijzonder. Daarna speelde de Nederlandstalige hardcore-band Van Katoen op het 3FM-podium. Ook erg leuke festivalmuziek die met name door de Raggende Manne-achtige Nederlandstalige act goed mee te zingen is. Na een half uurtje is het door de eenvormigheid echter wel gedaan met de interesse, maar dat was dan wel een leuk half uurtje. Daardoor pikten we nog een kwartiertje “the Rakes” mee in de John Peel-tent. Typische hippe Britse pop a la Franz Ferdinand, Kaiser Chiefs etc., ook leuk. Leuker in ieder geval dan the Bloodhound Gang op het hoofdpodium, die geheel volgens verwachting met platte rock, luide boeren, geouwehoer over homo’s en homo-muziek een een flauwe act waarbij een fles Jägermeister via een trechter in de zanger verdween, het veld vermaakten. Toppunt (van een hoogtepunt durf ik niet te spreken) was de stoere bassist die halfnaakt zich vrijwillig door het publiek op de eerste rij liet bespugen en zo met klodders spuut en al op het podium terugkwam. Tsja.
Tijd voor de eerste echte verrassing van Pinkpop: The Zutons, in de John-Peeltent. Voor mij nog onbekend, maar het optreden was reden genoeg hun CD onverwijld aan te schaffen; Wat een leuke band!: Enthousiast gebrachte licht alternatieve pop/rock, echte liedjes met mooie composities, een strakke en goed spelende band, fraaie samenzang, soms a capella, en als trekker de in sexy zomerjurkje gestoken saxofoniste. Sexy saxy. Van begin tot eind een genot om naar te luisteren en te kijken. En ze kregen de tent echt goed los. Omdat ondertussen er ook nog eens wat gegeten moest worden én omdat we binnenkort nog eens de gelegenheid krijgen ze te zien, misten we Racoon een beetje. Dat wil zeggen, we liepen over het festivalterrein, maar eigenlijk leent de muziek van Racoon zich uitstekend voor het neerleggen van een lekker sfeertje zonder dat je er nu echt voor moet gaan zitten/staan. We zijn maar gaan zitten met een broodje kebab, en Racoon op de achtergrond, prima zo. Ook het begin van Infadels misten we daardoor en dat was jammer, want ook die band klonk wel als een verrassing. Een echte mix van live gespeelde dance-achtige beats en rock op een heel eigen wijze, waar ook dit keer het publiek in de John Peel-tent wel pap van lustte. Af en toe knalde er zo’n heerlijke typisch eind-jaren-80 synth-geluid doorheen zoals toen bekend was uit de acid-house. Maar over het algemeen overheerste de rock-geluiden en in ieder geval de rock-attitude. Leuke band.
dEUS is een van mijn favoriete bands, maar kwam op het hoofdpodium niet zo uit de verf. Te klein, te intiem, te moeilijk. Zeker niet slecht, maar de vonk doofde kennelijk voor hij vanaf dat grote podium ons een eind verderop in de menigte kon bereiken. Alleen bij knallers als “Suds & soda” kwam er nog een beetje heilig vuur over.
Maar zoals gezegd, afsluiter Tool maakte veel goed. Pinkpop 2006 wordt wat mij betreft herinnerd door een beetje Infadels, maar vooral door the Zutons en Tool. Martijn’s T-shirtje bewaren we om af en toe nog eens aan het programma van dit jaar terug te denken….