Frans Bauer, de Olde Beth Wehl, 25 maart 2005
In het kader van: “je moet alles in je leven een keer meegemaakt hebben” maakten wij graag gebruik van de uitnodiging die van Pieter kregen een optreden van Frans Bauer te bezoeken. Geheel ingesteld op een avondje muzikaal toptalent arriveerden we dan ook verwachtingsvol met ons tienkoppig gezelschap in de Olde Beth, waar een afgeladen zaal al ruim voor de start van the little big man in oplopende temperatuur bijeen stond. Eerst maar een biertje. Naar het publiek kijkend viel al op hoe gemêleerd dit gezelschap was, de jongste aanwezige schat ik op 12, de oudste toch zeker 70 jaar ouder. Daarom namen we nog maar een biertje. In de “skihut” van de Olde Beth werden driftige pogingen gedaan de seismografen van het KNMI in verwarring te brengen middels keihard dreunende hardcore-versies van onwaarschijnlijke Nederlandstalige hits. Je moest zo hard schreeuwen om je verstaanbaar te maken dat een paar biertjes wel nodig waren om de stem te smeren. Even na binnenkomst startte de begeleidingsband van Frans als opwarmertje. Met nog een biertje in de hand viel allereerst op dat de gezelligheidsfactor inmiddels fors leek toe te nemen. Verder viel op dat deze band uiterst professioneel te werk ging. Als een glad geoliede hitmachine werden hits van Madonna, Kool and the Gang, Michael Jackson, the Black Eyed Peas met aanstekelijk enthousiasme de zaal in geknald. We namen nog een biertje en toen het Nederlandstalige repertoire luidkeels joelend door het publiek ontvangen werd, namen we er nog maar een. En weer leek het een stuk gezelliger te worden! In de pauze in afwachting van onze Frans namen we nog maar een biertje. Zeker drie nummers en nog twee biertjes na de start van Frans bleek dat alleen de pauzemuziek nog maar aanstond, en dat de man waar ik luidkeels voor applaudisseerde en joelde een roadie was. Daar moest maar op gedronken worden! Inmiddels beheerstte ik het “Lalalaaaa” aardig en was ik er helemaal klaar voor! Maar eerst nog een biertje. Samen met Teun bleek dat het ook niet zoveel uitmaakt in welk ritme of welke toonsoort je “Lalalaa” zingt, dus hier is zeker sprake van universele kunst. Aan de tap stond Marianne Weber. Dacht ik. Ik poogde een duet met haar te zingen, maar zij ging liever naar die ander!. Ook mijn rode rozen werden niet geaccepteerd, die moest ik maar naar Sandra brengen. Terug in de zaal stond iedereen met z’n rug naar het podium, bovendien bleken ze het podium aan de andere kant van de zaal te hebben gezet. Pas toen iedereen massaal de handen opstak en naar me begon te zwaaien bleek dat ik verkeerd om stond. Ze zwaaiden omdat Frans ze dat voordeed. Kijk, ik kon het ook, maar morstte wel m’n biertje over mijn buurman heen, een bouwvakker van bijna 2 meter met twee tattoos, eentje met “moeder” en eentje met “kill!” Omdat ik zelf op judo gezeten heb en soms mijn eigen krachten niet ken, besloot ik voor zijn veiligheid om hard weg te rennen. Onderweg meende ik Vader Abraham te zien zitten tussen de security. “Gezellig!” riep ik nog, druk pogend de z niet als sj te laten klinken. Ik haalde nog maar een biertje bij Corry Konings, die nu achter de bar stond, weliswaar vermomd als Andre Hazes, maar die is dood dus dat kan helemaal niet. Terug in de zaal was het feest uitgemond in een organisch meditatief moment, waarbij het collectieve mantra continue aangeheven werd: Lalalaa. De handen waren nu permanent ten hemel geheven. Alles viel nu samen, hemel en aarde, universum en kosmos, Douwe en Egberts, NASA en regiotaxi. Iedereen doorzag het grote mysterie plotseling: de kip was er eerder en niet het ei, want God schiep immers mens en dier, en geen eieren!. Jomanda daalde neder ter aarde. De backingband van Frans bleek plotseling uit smurfen te bestaan. Frans zelf, ik zweer het, zweefde minimaal 50 cm. boven het podium. Het publiek smolt samen tot een ultiem, zwaaiend en meezingend menselijk tapijt. Mozart, Da Vinci, Rembrandt, Bach, Ronni Tober, alles viel samen op dat ene moment. Pieter kreeg nog 3 handjes van Frans bij het afscheid. Bij het 4e handje kreeg hij er zelfs nog een knietje bij. Van de security, maar dat gaf niet, want iedereen was blij. Zo blij. Dat z’n neus van voren zit en niet opzij.
Vanmorgen werd ik wakker. Thuis. Was het wel gebeurd? Was het slechts een droom? Neen. Het is echt gebeurd. Ik heb ‘m gezien. En wetenschappelijk is het nu bewezen: Je krijgt hoofdpijn van Frans Bauer.