Masters Of Reality, De Effenaar Eindhoven, 9 september 1999
Een hele onderneming, op een doordeweeksedag tot diep in de nacht afzakken naar Eindhoven, maar het was het dubbel en dwars waard. Het gevoel “dit mag ik niet missen” bleek raak, dit had ik niet mogen missen. Het voorprogramma “We” (ik had er nog nooit van gehoord) warmde de zaak vast op met een stevig dichtgeplamuurde pot stonerrock waarvan het volume niet helemaal evenredig was met de geboden kwaliteit. Met name de zanger was vlak, kwam allesbehalve charismatisch over en hing er continu qua toon tegenaan. Het beviel de zaal echter wel redelijk had ik de indruk.
Hoe anders was het optreden van de hoofdact, Masters of reality. Ook deze muziek leunt op een stevige muur van gewapend beton in de vorm van hard aangezette bas en gitaren, maar de subtiliteiten gingen daarin allerminst verloren. Het eerste nummer klonk qua geluid nog wat teleurstellend, maar daarna werd het alleen maar beter. Hard maar goed te beluisteren, zelfs de teksten waren te verstaan, iets wat voor concerten wel bijzonder is. De imposante Chris Goss, breed, kaal en zelfverzekerd, had er zin in, maakte flink contact met de zaal en zong schitterend met dat hele relaxte vibrato in zijn stem. Ook zijn gitaarspel leek zo achteloos, maar samen met de 2e en soms 3e gitarist was het even enthousiast als zuiver en virtuoos. Uiteraard veel nieuw materiaal (waar je al snel de nieuwe juweeltjes in herkende) en vrijwel het hele 1e, magistrale album kwamen langs. “the blue garden” werd verrassend in een nieuw, stevig rockend jasje gespeeld (misschien bij sommigen bekend van het live-album “How high the moon”). “Alder smoke blues” (tot nu toe ook alleen op dat live-album) werd opgedragen aan Kurt Cobain.
Tijdens zo’n concert, met dit perfecte geluid, valt op hoe mooi die songs in elkaar zitten. Het jasje heet weliswaar heavy bluesrock, de drager die er onder zit blijkt vol met subtiliteiten te zitten. Versiersels in de vorm van vingervlugge loopjes (ba-rock?), mooie, tegen elkaar in draaiende melodielijnen, vanzelfsprekend klinkende maar blijvend intrigerende harmonieen. Een genot om naar te luisteren. En om naar te kijken, want Goss speelde alsof hij zijn tanden stond te poetsen, zo vanzelfsprekend, maar de rest stond er zeer geconcentreerd maar met overduidelijk plezier bij te spelen. En het is het eerste concert waar ik de zanger rechtstreeks, onversterkt heb horen zingen, want in de toegift ging Goss het publiek in en kwam hij even naast me staan. Je kon zo zijn stem horen apart van de versterking. Apart.
De conclusie is duidelijk: dit was een geweldig concert. En nu ga ik hun oude albums weer eens draaien…