Down The Rabbit Hole 2017, Groene Heuvels Beuningen, 23-25 juni 2017
Dag 1:
In een weekend waar je besluit niet volledig naar een festival te gaan, maar op en neer te reizen vanwege drukke andere zaken thuis, blijft er vanzelfsprekend geen tijd over om ook nog een recensie te schrijven. “Cherry-picking” noemde ik het, gewoon iedere dag een aantal uren gaan om een paar goede acts te gaan kijken. En aangezien de vrijdag en maandag gewoon werkdagen zijn, vallen de vrijdagmiddag en zondagavond per definitie af.
Vrijdagavond viel ik binnen bij Tash Sultana, wiens “Murder to the mind” al een tijdje in mijn “favodimomento” staat. Die speelde ze ook, en toch vond ik er niks aan. Kan aan mij gelegen hebben, hop vanuit een drukke dag zo ineens een festival binnevallen, maar ik vond het rommelig, er werd lang gedreuteld voor er iets van een nummer te herkennen was en ik vind het niet heel spannend om iemand met inzet van zijn hele lichaam 2 akkoorden op een keyboard te horen spelen. Ze maakt goeie songs, ik vind het alleen musiceren (met hulp van live-samples) tof en ze is een stoere meid, maar dit optreden boeide me niet.
Daarom was ik netjes op tijd bij Bonobo. Nog nooit live gezien, en dat is jammer, want het was een geweldig optreden. Een mix van relaxte klanken met jazzy breakbeats. 7 man op het podium met enkele malen een zangeres er bij, blazers en echte drums bij de soms kabbelende, soms knallende ritmes, dat klonk echt heel erg lekker. En mooie visuals er bij. Ik heb er Weval voor laten schieten (inmiddels 2x gezien) en of dat een goede keuze was zullen we nooit weten.
Een klein stukje Rag’nBone Man was te weinig om het goed te beoordelen, het klonk in ieder geval “vet” (vooral weer de blazers) en Skin is een mooie single. Maar ook hier wilde ik op tijd weg om een beetje goed te staan voor Moderat. Het concert van oktober 2016 stond me nog bij, dat was geweldig. En dit keer was het dat absoluut ook. Heel anders dan in 2016, nieuwe nummers, nieuwe visuals, maar even overdonderend en mooi. Wat mij betreft al het hoogtepunt van het festival! Zware klanken, varierend van traag en dreigend naar extatisch dreunend en knallend, maar altijd vol nuances. Een echte totaalervaring, neergezet door slechts drie mensen, al moet je de video-artist misschien als 4e wel meetellen, want het draagt echt bij aan de totaalervaring.
Maar met deze lofzang aan Moderat wou ik het verhaal wel stoppen nu, want zoals gezegd, ik heb hier geen tijd voor….
Dag 2:
Ik sloot dag 1 af met de conclusie dat er waarschijnlijk niets meer over Moderat zou gaan. En dat klopte. Maar hé! Stop nog niet met lezen! Want er waren toch weer veel genietbare momenten. Bekende genietmomenten, zoals bij SOHN en Moss, maar beiden zag ik nog niet zo lang geleden al. Behalve opnieuw genieten van een mooi optreden, zat hier voor mij geen verrassing bij. Opperkwaliteit intieme electronica (SOHN) versus tot in de uiterste details uitgewerkte klassieke gitaarpop (Moss).
Warhaus zag ik voor het eerst en ik was al behoorlijk onder de indruk van het debuutalbum (We fucked a flame into being). Tussen de trotse Belgische fans, was het concert op de voorste rijen een stuk zwoeler en sexier dan dat van landgenoten Bazart even daarvoor. Niet dat dat slecht was, maar Bazart is wat gelickter, wat gladder dan het onconventionelere Warhaus (vervormde gitaar met allerlei effecten, gedubde en gesamplede trompet, deels akoestische, deels electronische drums en een duister-sexy frontman en even sexy achtergrondzangeres.). Erg goed optreden.
Mijn poging om bij Soulwax binnen te komen mislukte, wegens veel te vol (maar dat kwam ook door het regenbuitje vermoed ik!). Het klonk heel erg vet, ik heb niet kunnen controleren of er inderdaad drie drummers aanwezig waren, maar zo klonk het wel.
Het lukte wel om bij Sinkane binnen te komen. Sterker: Om op de voorste rij te komen. Sinkane kende ik een heel klein beetje door drie sterke losse nummers uit 2012, 2014 en recent het hele sterke “deadweight”, maar ik ben nooit aan een heel album toegekomen. Dat gaat veranderen na het heel verrassende, spetterende, swingende optreden van deze avond. De innemende Sinkane leidt een nogal diverse groep muzikanten die een lekker doorstampende stoofpot vol vertrouwde ingredienten neerzetten die toch fris en modern klinkt. Elementen funk, soul, reggae, maar ook jaren ’70 jazzrock een Afrikaanse invloeden (hij heeft Sudanese roots) worden op een heel eigen wijze gemengd tot een onweerstaanbare mix die geen minuut verveelt. Wel een ontdekking die stimuleert om meer te gaan luisteren.
Om even bij te komen hoorde ik nog een stukje Fleet Foxes buiten de tent, klonk goed. Nicolas Jaar begon daarna met 10 minuten verwrongen geluid en een TL-balk op het podium, wat je op zijn minst gewaagd kunt noemen. Pas daarna was er iets van een beat en betere visueals herkenbaar. Zijn set moest echt opgebouwd worden, maar de vermoeidheid maakte het lastig om nog volop te genieten van de toch wel complexe dance/techno/electronica (had me op de plaat ook wat moeite gekost). Ik heb het niet helemaal tot ’t eind volgehouden.
Op naar een klein stukje van dag 3, waar de Lemon Twigs wat mij betreft als hoofdgerecht op het menu staan!
Dag 3:
Dag 3 was voor mij een korte. Pas laat in de middag vertrokken om de dag te starten met Spoon. Sympathieke band, goeie songs, goeie albums, goed optreden, maar heel erg spetterend was ’t niet. Wel een lekkere groove, maar te weinig sfeer om je op zo’n festivaldag mee te sleuren.
Dat gebeurde daarna wel. De hooggespannen verwachtingen voor Lemon Twigs kwamen namelijk meer dan uit. Wát een leuke en getalenteerde band is dat! Jaartje geleden tikje verliefd geworden op “These words” waarna ik in eerste instantie wat vreemd tegen het later uitgekomen album aankeek. Hoe kunnen zulke jonge gastjes nou zo’n plaat met jaren ’70 muziek maken? Ik hou niet zo van retro, dus het album heeft me niet meteen meegekregen, tot ik de nummers stuk voor stuk voorbij hoorde komen en telkens dacht: Verrek, dit is goed! Je hoort Beatles, the Who, Kinks, Queen, maar dan wel op een hele frisse energieke wijze. En wat kregen we bij dit optreden? Beatles, the Who, Kinks, Queen, maar dan wel op een hele frisse energieke wijze. De broertjes stuiteren beiden van de adrenaline en raggen al jumpend, stampend, molenwiekend en benenspreidend (a la Pete Townsend!) over het podium, of achter de drumkit (ze wisselen het net zo makkelijk af). Als tegenhanger staat de bassiste lieflijk glimlachend stevig door te bassen (Hé! John Entwistle?). En de toetsenist speelt ook een bescheiden, maar wel belangrijke rol. Al stuiterend hoor je vervolgens rock-opera’s, afgewisseld met stukjes polka, af en toe gewoon recht-toe-recht-aan rock, maar nooit lang, want altijd is er wel een maffe wending of ineens een stuk loepzuivere meerstemmige zang. Die gasten hebben het, en met het bedoel ik: muzikaliteit, energie, creativiteit en een portie zodanig beheerste gekte dat je met rust kunt spreken van toptalenten die Entertainen met een hoofdletter schrijven. 2e hoogtepunt!
Roosevelt, even later in dezelfde tent, was in sommige opzichten de tegenhanger: Beheerst, uiterst gladgestreken, superverzorgd en veel conventioneler. En toch werd het een waardige afsluiter van 3 dagen “cherry picking” uit dit Down The Rabbit Hole festival. Want hoewel het eigenlijk te glad en netjes is voor mijn smaak, is het live een ideaal feestbandje. Gewoon lekker, disco met een drive, leuke songs, goeie performance, meer dan uitstekende sound (veel toetsen, maar ook drums, bas, gitaar) (en tamboerijn) (jawel). Geperfectioneerde, zeer genietbare niks-aan-de-hand-muziek waarmee je zo’n tent wel helemaal op zijn kop zet, te horen aan de reactie van het publiek na afloop.
En daarmee kwam een einde aan drie dagen grasduinen door het lekkerste van Down The Rabbit Hole (hoewel ik ook heel graag Orchestra Baobab had willen zien, maar dat lukte qua planning niet). Hoogtepunten waren niet moeilijk te noemen: Moderat en Lemon Twigs. Met Sinkane als leukste nieuwe ontdekking.