Lowlands, Biddinghuizen, 21-23 augustus 2015
Als ik nou van al die honderden nummers die er gespeeld zijn op Lowlands 2015, eentje uit mocht kiezen die de samenvatting moest vormen, dan werd het “Sun” van Caribou. Want wat wás het een perfect weer voor een festival (en wat wás het leuk om het laatste stukje van het optreden van Caribou vrijdagavond nog mee te pikken). Helaas had ik in de altijd weer moeilijke keuzes op dat moment eerder voor Howling gekozen en dat was muzikaal wel heel mooi, maar kijken naar een in mist gehuld podium waar twee vage schemerlamp-beschenen schimmen exact hetzelfde laten horen als wat je op de plaat hoort is niet heel inspirerend. Underworld had op dat moment ook een keuze kunnen zijn, maar daar was het dan weer zo druk dat je de Heineken niet meer in kwam. Wel een goed optreden hoorde ik van anderen.
Maar leid me nou niet af, ik was bij Caribou gebleven, goed optreden dus en het themanummer voor Lowlands 2015 met schitterend weer, een als altijd weer supergevarieerd programma en een duidelijke piek op de zaterdag als het om de muzikale herinneringen gaat. Want zal ik het dan maar verklappen? Nee, doe ik nog niet.
Want 200 woorden ver, ben ik nog niet eens begonnen aan de opening van Lowlands. Dat hád Curtis Harding moeten zijn en dat hád vervolgens the Indien kunnen worden, maar het lukte als gebruikelijk weer niet om echt op tijd binnen te zijn. Het busje moest nog op de camping 2 kilometer verder neergezet, de tentjes van Martijn en vriendinnentandem Jildou en Charlotte moesten nog opgezet. En als we het toch over vriendinnentandem hebben: Dat mag je letterlijk nemen, want het verkeer tussen camping en Lowlands werd door hen per tandem geregeld. Met dit gevarieerde en qua generaties uiteenlopende gezelschap werd het programma bepaald, deels gezamenlijk en deels individueel en zo werd het Tove Lo die de opening voor ons vormde en die niet minder indruk maakte dan “aardig” met haar electropop.
Een heel eind in een andere richting zit Imelda May, met rockabilly. Maar dat was al een stuk overtuigender. Fijne live-muziek, met een sprankelende podiumpresentatie. Over de tegelijk spelende James Bay en Roots Manuva hoorde ik gematigd positieve geluiden van de rest van het gezelschap, over Rudimental was men enthousiaster en de geluiden die ik buiten de Alpha nog hoorde klonken een stuk overtuigender dan een paar jaar geleden, met meer enthousiasme en vooral meer blazers.
Voor mij werd de keuze Slaves in de kleine Charlie en dat was wel een toppertje. Rauwe rammelpunk van een energiek spelend duo (drums en gitaar. Heel veel drums en heel veel gitaar…). Net mijn favoriet “the Hunter” en naar ik hoorde een fameuze crowdsurf gemist, maar wel een voorzichtig vrijdags hoogtepuntje.
Verander één letter en je krijg Staves, maar ook een to-taal andere act. Van rauwe punk naar lieflijke folky samenzang van drie zusjes. Erg mooi, maar ook wel een beetje erg lieflijk. En als je dan ook nog veel te lange pauzes tussen de nummers laat vallen, komt dat je set niet echt ten goede. Ik blijf fan van het supermooie “Black and white” maar ben geen fan van de groep zelf geworden.
Ondertussen positieve geluiden van Martijn vernomen over Limp Bizkit en tijdens het eten aangenaam verpoost door Mark Ronson’s DJ set. Daar krijg je dan wel weer zin in dansen van en dat kun je prima bij Shamir. Ook al zong die vals en kwam hij niet erg zelfverzekerd over, het was gewoon een leuk optreden. Waarbij het gewoon toch erg grappig is en blijft dat zijn uitstraling en vooral stem supervrouwelijk zijn, terwijl de elegante backgroundvocaliste door de vocoder een diepe mannenstem produceerde.
En daar begonnen vervolgens die keuzeproblemen, in de inleiding al gememoreerd en vast onderdeel van de volle snoepjestrommel die Lowlands heet. Want in de Alpha Paolo Nutini, die vorig jaar een toptien-album uitbracht. Maar in de X-Ray een nog onbekende Ben Khan, die alvast een paar superfraaie singles uitbracht. En als je dan Paolo al eens gezien hebt én eigenlijk een hekel hebt aan de mega(te-)grote Alpha, dan heb je voldoende argumenten om uiteindelijk naar Ben Khan te gaan. Gelukkig maar, want dat was wel het vrijdagse hoogtepunt. Jazzy sensuele krachtige electrosoul met naast de flinke bak electronica ook zijn kenmerkende hoge snerpende gitaargeluid. En vooral: mooie songs, met precies de goede balans tussen zwoel pulserende ritmes, breed uitwaaierende soundscapes en toch het gevoel van een liedje. Veel contact met het publiek maakt de nog superjonge Khan overigens nog niet, tikje afstandelijk was het nog wel, maar het werd wel de beste act van de vrijdag.
De electronica van Hudson Mohawke was van een heel ander kaliber. Minder song, meer beats en samples. En dan vooral van het type: Grote stappen, snel thuis. Maar toch, wel heel erg mooi om te horen. En als je toppers als Chimes of Higher ground live hoort, dat gaat echt door merg en been (maar dan in de positieve zin van het woord). De flitsende lichtshow droeg daar zeker ook aan bij. Niet de topper waar ik stiekem op gehoopt had, maar wel voldoende goed om het missen van Underworld goed te maken. De electronische acts uit de inleiding sloten de vrijdag voor ons af, inclusief nog een stukje DJ-en van Four Tet. Maar dat hebben we niet voldoende kunnen horen om er goed een mening over te vormen.
De zaterdag startte al direct met een hoogtepunt, dankzij Martijn die op tijd wilde zijn voor zijn persoonlijke hoogtepunt Rico & Sticks (met gastoptredens van o.a. Typhoon en Winne scheen dat een complete Opgezwolle-reunie te zijn geweest). Zijn enthousiaste appjes bereikten ons terwijl we dan “omdat we er toch waren”, maar even Christine & the Queens meepikten. Dat was een mazzeltje, want de superluchtige electropop boeit op plaat misschien wat minder, live is het een geweldige beleving. De frêle frontvrouw Heloïse Létissier is een enorme entertainer die enerzijds een superstrak georganiseerde band en choreografie leidt, maar die ondertussen heel fijn contact met het publiek houdt. De sound is meer dan OK, alle synthesizerriedeltjes zijn haarfijn te horen en alle danspasjes van de vier dansers zitten vol kleine grapjes en blijven daardoor boeien. Een echte totaalshow a la Madonna, maar dan bewust wat kleiner gehouden en daardoor wel zo aangenaam. De muziek klinkt als een koel glas rosé op een warme zomeravond en wordt gedragen door een lome beat alsof je in slow motion popcorn maakt. Denk “Amoureux solitaire” van Lio, maar dan heerlijk opgezwoeld. Die zal over een paar jaar als ze nog eens komt moeiteloos in de Alpha passen!
Daar gaan wij dan niet meer naar toe, want wij moeten dan weer zo nodig nieuwe artiesten ontdekken en dat is niet altijd een succes. Althans, Seinabo Sey heeft uitstraling, een goede stem, en een fantastische single (Younger, liefst zonder de beats van Kygo, in de originele versie) maar boeide toch net niet voldoende om heel lang in de India te blijven hangen. Risico van het vak, maar wat daar dan weer tegenover staat is dat je wel weer bij het volgende hoogtepunt komt in de Charlie, bij Mini Mansions. Topper! Op plaat al opvallend door de hele sterke songs met invloeden van 80’s wave, powerpop, Beach Boys en soms zelfs 70’s glamrock. Maar live nog eens extra overtuigend door een superenergieke en strakke partij oppermuzikaliteit. Het trio met o.a. Queens of the Stone Age bassist Michael Shuman op gitaar, drums en zang speelt no-nonsense maar o zo overtuigend. Meest opvallend is daarbij bassist Zach Dawes die af en toe echt als een solo-gitarist tekeer gaat. Ik ben fan geworden! Dat ik daarvoor FFS (Franz Ferdinand en Sparks) moest laten schieten was jammer, want ik hoorde daar positieve geluiden over, maar het was het waard.
Ook het optreden van Balthazar was heel erg goed. Ze hebben al een aantal heel erg goede songs, die ik als een compleet album vaak net iets te somber vind, maar live is het echt een uur genieten. Martijn verkende ondertussen Bohicas en vermaakte zich daarbij ook uitstekend.
Dat Lianne La Havas goed ging worden, zo hadden we gedrieën besloten, stond eigenlijk al vast. Een uitstekend nieuw album, een al recent afgegeven visitekaartje met haar kunnen op North Sea Jazz waar Jildou al bij was geweest en een podiumpersoonlijkheid, dat móest wel goed worden. En dat werd het ook. Fantastische stem, fantastische persoonlijkheid die de Heineken moeiteloos om haar vinger wond en een superband, dat zijn de ingrediënten. En uiteraard een geweldige verzameling songs. Alweer een hoogtepunt op de zaterdag!
Van Courtney Barnett had ik op grond van haar album heel veel verwacht en dat werd het helaas net niet. Misschien al te veel mooie dingen gehoord die dag, misschien gewoon te vroeg weg gegaan, maar met de conclusie dat ik haar liever nog eens in een kleine zaal zou zien, heb ik haar partijtje rammelrock met supersongs achtergelaten om naar de Chemical Brothers te gaan. Waar ik vervolgens ook niet echt overtuigd werd in een megavolle Alpha. Met te weinig ruimte om lekker mee te bewegen op de “Block rockin’ beats” was de lichtshow wel imponerend, maar overtuigde het me niet echt. Dan toch liever de nog wat kleinere SBTRKT nog gezien, die qua “big beats” de brothers nog eventjes overtrof! Superheftig en af en toe nog nauwelijks te volgen, maar tegelijkertijd heel erg lékker! Een hoogtepunt is net wat te veel als titel, maar een bijzonder aangename verrassing mag het zeker genoemd. In dancesferen sloten we de zaterdag af met achtereenvolgens De sluwe vos en de acid/deep house van Paranoid London.
Je snapt dat je na twee zulke volle dagen op de zondag al een beetje murw begint te raken en het hele prettige weer op de camping heeft ons daar verleid tot aangename loomheid en een luie start. En dus mistten we bewust My baby, PAUW en Allah-las en begonnen de zondag met wetenschap in de Oh-mega tent en filosofie van Ad Verbrugge in de Echo. Én “My Bonny is over the ocean” maar dat leg ik een andere keer nog wel eens uit. Muzikaal was het een Alpha-dag, waar the Maccabees de enorme tent niet half vol kregen. Daar is het de band ook niet voor. Maar goed was het wel. Ik kan er geen superenthousiaste verhalen over vertellen, maar wel dat het gewoon goed was. Goede songs, lekker vol geluid (met drie gitaren lukt dat ook wel) en een degelijke set. Niks mis mee.
Wat mij betreft ook niks mis met Mura Masa, een jonge producer/DJ die in de kleine X-ray een leuke mix liet horen van beats, eigen percussie en flarden soul-zang. Gemengd met af en toe wat exotische salsa of reggae-achtige klanken. Het schiet nog wel een beetje alle kanten op, maar ik heb me daar een half uur uitstekend vermaakt. Net als Martijn, die ondertussen bij de Nederlandse rappers van New Wave was (met o.a. Ronnie Flex, die een keer of drie “drank & drugs” deed). Hoewel hij toch terugkwam met de mededeling dat het eigenlijk gewoon heel slecht was. Maar ook daar kun je je soms prima mee vermaken! Of met een kwartiertje Awolnation (vooral heel hard & heftig). Of met een superstrakke show van Kendrick Lamar alweer in de Alpha. Die geheel tegen verwachting niet zijn super-album “To pimp a butterfly” deed maar vooral ouder werk. Ik ken dat minder, maar dat gold niet voor de zaal. De energie vanaf het podium, ondersteund met mooie visuals, werd versterkt door een enorm enthousiast publiek die hele stukken woord voor woord meezongen en rapten. Mooi optreden! Helaas wel voortijdig verlaten, want dat moest van Marc die vanaf Pukkelpop inseinde dat het optreden van Tame Impala niet te missen was. En naar zo’n man luister je he? Dat was ook wel terecht, want de show imponeerde. Ik ben geen grote Tame Impala-fan maar hoor zijn kwaliteiten wel. Live is het wel heel erg goed, mooie ondersteunende psychedelische lichtshow en een perfect geluid. Een heel erg tintelend optreden. Waar Lianne La Havas in een van haar nummers “Electricity lingers” zingt, was dat bij dit optreden zeker voelbaar.
De overgang naar de slotact in de Alpha van Major Lazer was weer heel erg groot en contrasterend. Wat hier leuk aan was, was dat het volledig over de top was. Een publiek wat de Alpha twee keer vulde (dus ook het hele terrein er om heen) die superenthousiast reageerde op de opzwepende van-dik-hout-zaagt-men-plankenbeats van Diplo (de DJ bij Major Lazer). Met gastoptredens van Ronnie Flex en Mr. Polska die voor de zoveelste keer “drank & drugs” speelden. Maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat het me nou echt veel deed. Daarvoor vind ik het toch te veel kermis, te lomp en te weinig muzikaal.
Het echte enthousiasme kwam weer terug bij de afsluitende disco in de Charlie met een mix die prima bij ons gezelschap aansloot: Oud & nieuw, dance & punk, new-wave & old school, en zoals Martijn perfect samenvatte: “Hoe kun je nou een mix maken die begint met Opgezwolle en eindigt met “Walk on the wild side” van Lou Reed?”. Nou, dat kun je als je DJ St. Paul heet.
Christine & The Queens, Mini Mansions, Ben Khan, Kendrick Lamar en Lianne La Havas. Dat zijn de namen die écht de toppers waren van deze 2015 aflevering van Lowlands. Maar verder heel veel ander lekkers. Zoveel lekkers dat ik al uitkijk naar 2016. Want vooruit kijken is goed. Dat is de les die we van filosofieprofessor Ad Verbrugge meekregen die naast Aristoteles, Heidegger, Kierkegaard en Hegel ook Talk Talk citeerde: “Life’s what you make it. Don’t backdate it”. Ik kan niet wachten…