De Wereld Draait Buiten, Westergasfabrieksterrein Amsterdam, 7 juli 2013
Een recensie schrijven ruim 2 weken nadat je geweest bent, kan dat nog? Jazeker! Ook als het buiten 34 graden is? Nee, natuurlijk niet, doe normaal!
Dat laatste heeft dan meer met mijn persoonlijke instellingen te maken (klik “Bart”, “instellingen” “temperatuur”: Schakel uit >25 graden). Maar omdat het jammer zou zijn alle herinneringen weg te laten vloeien, toch een poging.
De Wereld Draait Buiten was de eerste versie van een openluchtfestival georganiseerd onder de paraplu van De Wereld Draait Door. Aangezien dat zo ongeveer het enige Tv-programma is dat ik nog wel eens zie (naast uiteraard “Later” van Jools Holland), en de muziekkeuze daar vaak verrassend en goed is, en aangezien het erg mooi uitkwam op zo ongeveer de eerste vakantiedag, kon ik geen nee zeggen tegen het voorstel van Jildou en Jos om er samen met Irene heen te gaan.
Het bleek ook nog eens zo ongeveer de eerste echte zomerdag van het seizoen te zijn, een van de belangrijkste ingrediënten voor een geslaagd festival. Andere benodigde ingrediënten zijn: Goede muziek, leuke mensen, gras om op te zitten, lekker eten en drinken. Dat was het wel zo ongeveer. De laatste bestanddelen waren ruim aanwezig, laat ik me hier beperken tot de eerste: De muziek.
Het programma was deels bekend en enthousiast stemmend. Trixie Whitley en Vampire Weekend waren voor mij echt de trekkers. Daarnaast ook een aantal vaste DWDD-gasten, zoals Nico Dijkshoorn, Diederik Jekel, Giel Beelen, Sander van de Pavert, Pieter Derks en Jan Mulder. Daarvan hebben we uiteindelijk niets gezien! Ook de singer/songwriters en DWDD recordings hebben we overgeslagen. Dat kwam natuurlijk door het grote aanbod aan andere leuke dingen. Zoals the Kik, die we helaas mistten. Of zoals Parquet Courts, een nieuwe Amerikaanse punkband met een paar hele lekkere nummers, waarvan de act me nog wat tegenviel. Of zoals the Opposites, althans, volgens Jildou en Jos, wij hebben dat maar even buiten de tent met een ijsje gevolgd. Klonk in ieder geval feestelijk, maar dat kan ook door dat ijsje zijn gekomen.
Het westergasfabriek-terrein was opgetuigd met een aantal festivaltenten, maar bestaat ook uit een aantal aparte gebouwen, zoals de gashouder. Een wat vreemde omgeving voor een concert, zo’n enorme hoge metalen koker. Toch bleek de akoestiek niet zo dramatisch als ik verwachtte. We zagen hier onder andere een intens spelende Trixie Whitley met band. Stoere gemoderniseerde blues gespeeld door een stijlvolle dame met een enorm krachtige en emotionele stem. Op diezelfde plek zagen we ook het swingfeestje van Jungle By Night, Afrikaanse sferen door een troep superjonge gasten. Erg goed, het blijft lekker doordenderen, waarbij je wel heel af en toe een leidende stem mist.
Tijdens triggerfinger, in de hoofdtent, moest er gegeten worden, wat met de lange rijen (met name bij de koffie!) de nodige tijd kostte. Daarom hebben we daar niets van meegekregen. Voor mij telde nog wel de herinnering aan Huntenpop 2012, waardoor de klanken imaginair alsnog aangevuld werden.
Hoogtepunt van het hele festival was weer in de gashouder: Vampire Weekend. Wat een geweldige band is dat. Duidelijk gegroeid qua klank sinds ik ze 4 jaar geleden voor het eerst (op Lowlands) zag. Een enorm gevuld klankbeeld, mooie bassen, veel subtiele electronica, soms breed uitwaaierend. Een met dat mooie geluiddspectrum worden dan ook nog eens verrassend originele, absoluut onconventionele songs gemaakt, stuk voor stuk juweeltjes. Genieten van het begin tot het eind!
Omdat smaken verschillen moesten we nog even naar Ben Howard. Dat was volgens sommigen heel goed… 😉 Voor mij was het hoogtepunt duidelijk al geweest.
Het hele festival zat goed in elkaar. Met een mooie mix van informatie, nieuwere, maar altijd interessante bands, ben ik benieuwd naar het programma volgend jaar!