Ryan Shaw, Luxorlive Arnhem, 23 mei 2010
Zo kom je jaren niet meer in Luxorlive, zo ben je er voor de tweede keer in een week. En niet alleen omdat het gewoon een hele mooie popzaal is met een fijne akoestiek, maar vooral omdat Ryan Shaw er zondagavond 23 mei acte de presence gaf. Bekend van zijn 2009-hit “Do the 45” en recent “It gets better”, had ik hem inmiddels een wat grotere opkomst toebedacht. Maar heel erg dat de relatief kleine zaal LuxorLive niet uitverkocht was vond ik het niet, wij konden zo lekker relaxed vooraan staan. Eerst natuurlijk even oneerbiedig bijkletsen onder de zwoele klanken van een jazzy singer/songwriter, begeleid door zijn Fender Rhodes, wiens naam ik schaamteloos vergeten ben. Maar daarna was daar alle aandacht voor de relatief klein en wat verlegen ogende Ryan Shaw, die met een redelijk bescheiden band (drum, bas, gitaar) een potje heerlijke soul neerzette. Na de instrumentale opener, waarbij de aandacht al gelijk naar de fantastisch bassende reus rechts op het podium uitging, startte de show met relatief veel trage, zwoele soul, waaronder covers van Bob Marley en the Isley Brothers. Tijd genoeg om te horen hoe fantastisch hoog zijn uithalen zijn en wat een souplesse er in zijn stem zit. Af en toe werden de songs doorkliefd met mooie scherpe gitaarsolo’s. Wat ook opviel was wat je niet hoorde: Met name het drumwerk viel op door de stevige slag, waarbij ook heel mooi slagen weggelaten werden voor een extra funky sausje over het heerlijke soul-gerecht (memphis soul stew?). Uiteraard moet ik Sam Cooke even noemen, want Ryan’s stem lijkt er vaak wel heel veel op en er zijn een hoop slechtere artiesten om mee vergeleken te worden!
Toch waren de snellere nummers, a la “Do the 45” en zijn recentere hit, degenen die de zaal echt lieten ontvlammen en waarbij het wat verlegene van zowel Shaw zelf als zijn band, plaats maakten voor uitstralend spelplezier. Die drummer deed qua mimiek en oogopslag zelfs regelmatig aan Animal van the Muppets denken!
Muzikaal was het nog even echt genieten van een heel bijzonder bas-solo met de meest bizarre akkoorden, echt heel gaaf om te horen.
En het leuke van zo’n wat kleinere zaal is dan natuurlijk dat artiest en band na afloop nog even de zaal inlopen zodat je nog even een babbeltje kunt hebben, een handtekening kunt vragen en samen op de foto mag (ja, ik ben schaamteloos, ik wil dat allemaal….).
En als je dan ook nog met die al eerder genoemde leuke mensen de korenmarkt op kunt en ergens in een kroeg een lekker spelende coverband treft waarmee je een flink eind 2e pinksterdag inrolt, dan snap je het al: Dit was weer een heel lekker concert!