the Police, Arena Amsterdam, 14 september 2007
Hierbij verklaar ik nooit meer naar de Arena te gaan. Een vreemde conclusie van een bijzonder leuke avond Police, maar dit had ik even gezegd willen hebben. Want hoe leuk the Police ook was, de akoestiek van de Arena is van dien aard dat de verantwoordelijke minister van volksgezondheid eigenlijk per ommegaande deze vorm van akoestische terreur zou moeten verbieden, wat een bagger-geluid daar. Maar laten we eerst naar het positieve geluid gaan.
The Police was misschien wel de leukste band van de afgelopen 40-50 jaar popmuziek. Geen andere band combineerde technisch vernuft, simpel klinkende maar perfect gemaakte liedjes en energie op een wijze zoals The Police dat kon. Dat was dan ook de reden om van de stelregel af te wijken dat ik niet naar reünieconcerten van vergane-glorie-bands wil gaan. Ik had ze nog nooit live gezien en de muziek blijft aanstekelijk klinken. Dus deze gelegenheid om een van onze oude helden eens te zien hebben we toch maar aangegrepen. (Natuurlijk is het het allerleukste om naar zo’n band te gaan met je vriendinnetje van toen)(voor je er wat van zou denken: ik ben er inmiddels mee getrouwd)
Sting’s zoon opende als voorprogramma (het trio Fiction Plane), momenteel wel eens te horen op de radio met single Two Sisters. Zijn stem lijkt echt als twee druppels water op zijn vader en de aanstekelijke pop-rock doet ook wel aan Police denken. Het klonk in ieder geval allemaal erg lekker en het zou me niet verbazen als de band uitgroeit tot een publieksfavoriet. Ze hebben de potentie in ieder geval.
The Police zelf openden met Message in a bottle. Eerlijk gezegd sloeg toen de angst me om het hart. Hoewel we op het veld stonden, 100 meter van het podium, was het geluid van dien aard dat ik het nummer herkende, daar had je het dan wel mee gehad. Van enige nuance was geen sprake, een bak galm waarin de modulatie van de melodie en enige ritme waarneembaar was, dat was het wel. Geen video-beelden, en drie poppetjes zichtbaar als je op je tenen over het publiek heen keek. Gelukkig kwam daar snel verbetering in: De videobeelden kwamen na het openingsnummer en zorgden voor een goed beeld van de band. Zo goed dat het wel zichtbaar werd dat we inmiddels wel met een paar heren op leeftijd te maken hebben… Maar goed, Andy Summers keek altijd al chagrijnig, nu dus ook, Stewart Copeland drumde altijd al als een bezetene, wat zijn wat inmiddels wat oudere uitstraling volledig compenseerde en Sting had een mouwloos T-shirt aan, waardoor hij er minstens 6 maanden jonger uitzag dan de 56 jaar die hij inmiddels is. Spelenthousiasme was er desalniettemin op alle fronten en dat werkte gelukkig gaandeweg steeds aanstekelijker. Ook de lichtshow startte pas bij het tweede nummer en was erg mooi, vaak flitsten de kleurencombinaties van Synchronicity, hun laatste studio-LP stadion-breed over en langs het podium wat een letterlijk fraaie omlijsting vormde. Af en toe werden nummers wat uitgebouwd met langere gitaarsolo’s of mooie percussie van Copeland (gelukkig goed te zien op de video-schermen). En natuurlijk kwamen alle hits, door het publiek inclusief onszelf enthousiast ontvangen, in vol ornaat voorbij. De muziek, het enthousiasme, de herkenning, de herbeleving van die gouden tijden eind jaren ’70, begin jaren ’80, het maakte het alles bij elkaar toch een geweldige avond, maar dat lag volledig aan de band, niet aan de ambiance. Want toch nog even zeiken over het geluid: Bagger, bagger, bagger. Ontzettend lelijke galm, bonkend geluid, geen nuances te horen, kortom: het was dat alle nummers bekend waren, anders was er geen chocola van te maken. Dit kun je muziekliefhebbers echt niet aandoen. En daarom eindig ik dit stukje over een heel positieve avond met een negatieve conclusie: Hierbij verklaar ik nogmaals nooit meer naar de Arena te gaan.